Eerste fiets ooit uitgevonden

De voorloper van de fiets
(uitvinder Graaf Sivrac)

In 1791 vond Graaf Sivrac, die in Parijs woonde, een rijtuig uit met 2 wielen. Dit echter zonder remmen of pedalen en met houten wielen, een oncomfortabel zitvlak en geen draaibaar stuur. Uiterst oncomfortabel, ten minste als we de de uitvinding van Sivrac vergelijken met de moderne fiets die we nu kennen.
In die tijd verbaasde Sivrac de Parijsenaars als hij in de parken rond 'fietste'. Hij bewoog zich voort door zich met de voeten telkens weer af te zetten op de grond zodat het rijtuig van zelf vooruit ging.
De graaf noemde het de célerette of de célerifère, wij noemen het ook wel de loopfiets.

De eerste fiets ooit uitgevonden
(uitvinder Baron Karl Drais)

Wat later, rond 1860 vond men de opblaasbare rubberbanden uit. Ingenieur Baron Karl Drais von Sauerbronn (1785-1851) bracht een aantal verbeteringen aan zoals het draaibaar stuurwiel,  waarbij het voorwiel met een stuurstang werd verbonden. Het harde zitvlak verving hij door een zacht zadel met veertjes. Dit alles maakte het fietsen een stuk comfortabeler.

Vanaf toen was de fiets geboren, ook al noemde het in die tijd nog een vélocipèdes.