De grotten van Neptunus (Couvin - Frasnes - Petigny)

De rondleiding begint aan de voet van een steile rots van kalksteen over een loopbrug boven de wilde grillige rivier 'Eau Noir'. Daarna wandel je voorbij een indrukwekkende kloof, waar het water in de diepte verdwijnt. Hier begint de tocht in de grotten. De rivier `Eau Noir' dankt zijn naam aan de donkere kleur van het water. Dit komt door de leisteen in Tierag en de kalksteen uit Tienne, die het water uitholt en meevoert. De bron van deze zwarte rivier bevindt zich op 20 km van de grens. In de grotten bevinden zich vleermuizen. Er leven er 3 verschillende soorten waaronder de grootste zo'n 30 cm zijn.

De rondleiding wordt onderverdeeld in 4 delen. Het eerste tweede en derde deel bevindt zich boven in de grot. Voor het laatste deel gaan we naar beneden in de grot, meer bepaald op plaatsen waar het water zo'n 60 cm diep is.

In de eerste plaats waar men binnenkomt bevindt zich de versteende waterval. Dit komt door de erosie van het water dat het zachte kalkgesteente uitschuurt. Hier zien we dat de rivier is weggezakt en krijgen we een mooi spektakel te zien van gordijnen in kalk op de plaatsen waar het water is weggetrokken.

Op de tweede plaats vindt men vooral stalactieten en stalagmieten. Die worden bekomen door de afzetting van kalk en het kristalliseren ervan. Stalagmieten worden gevormd door de afzetting van kalk die op de grond een toren vormt. Met andere woorden, de stalagmieten worden gevormd van beneden naar boven toe. (Stalagmieten - monter: omhoog gaan). De stalactieten worden gevormd boven aan de rots en groeien naar beneden toe (stalactieten - tomber: vallen). Wanneer een stalagmiet en een stalactiet tegen elkaar zijn gegroeid spreekt men van zuilen en kolommen. Deze stalactieten en stalagmieten groeien gemiddeld 1 cm per eeuw.

Op de derde plaatst ziet men een groene kleur op de rotsen. Dit komt door de planten en de algen die op de rotsen groeien. Dit betekend dat het hier vochtiger is dan op de voorgaande plaatsen. Ook zien we een breuk tussen de kalklagen. Dit is ontstaan door de kalk. Je ziet er in deze lagen schelpen en koralen. Deze tonen aan dat vroeger de zee tot hier kwam. Na dit te hebben bezichtigd gaan we via een tunnel naar een dieper gelegen gebied in de grotten. De tunnel is 160 m lang en mondt uit op een plaats waar je de `zwarte rivier' kan bevaren met bootjes. Hier start dan ook onze laatste gedeelte bij het bezoek in de grotten. De hele groep wordt onder 3 bootjes verdeeld. Op de boottocht zien we stalagmieten en andere mooie bezienswaardigheden. Het water is er koud en is gemiddeld 60 cm diep. Dan varen we naar het mooiste spektakel van ons bezoek. Een licht en geluid spektakel op het water. Met verschillende kleuren en geluiden krijgen we stalagmieten te zien. Ook komt er een mooie waterval te voorschijn die in alle kleuren te bezichtigen is. Nadat dit is afgelopen varen we verder met de boot naar het eind van de grotten. Daar zien we al snel de uitgang waar de zon door de rotsopening straalt. Het was vooral een mooi bezoek en mochten we nog eens in de streek zijn, we zouden het zeker opnieuw gaan bezoeken.